Dilemma’s & oplossingen rondom groene en gezonde leefomgeving in de strijd om de beperkte ruimte

Webinar netwerk Maak Ruimte voor Gezondheid op 23 maart 2022

Op 23 maart mogen we ruim 100 professionals van provincies, GGD Gemeentelijke/gewestelijke gezondheidsdienst (Gemeentelijke/gewestelijke gezondheidsdienst)’en, gemeenten en anderen in het veld van gezonde leefomgeving verwelkomen tijdens het webinar dat in het teken staat van groen. We willen meer groen in omgevingen die verstedelijken en waar sprake is van verdichting. Hoe kunnen we dit zo inrichten dat het voldoet aan de verschillende opgaven op gebied van gezondheid, klimaatadaptatie en biodiversiteit? En kunnen we een gedeelde aanpak of oplossing vinden?

Groen is GEWELDIG

Fred Woudenberg (GGD Amsterdam) zet de toon: groen is GEWELDIG en we willen het allemaal. Natuur en groen is alles in één: het is uitnodigend, het zet aan tot beweging, creëert rust. Dat dit allemaal bij elkaar komt, dát is uniek.

Maar groen is niet alles. Mensen zijn bereid om relatief veel meer te betalen in omgevingen met weinig groen, zoals in de stad, dan in omgevingen waar veel groen is. Bij de keuze voor een huis gaat het vooral om de locatie  (nabij werk of school). Daar komt bij dat de druk om huizen te bouwen het groen verdringt. Als er gekozen moet worden tussen groen en huizen, wint vastgoed.

‘Wat is groen’ en de waarde van groen moet continue worden bepaald in de (her)inrichting van openbare ruimten. Zijn sportvelden bijvoorbeeld groen? Advies: zorg in elk geval voor groen waar kinderen en kwetsbaren naartoe kunnen zonder te hoeven oversteken.
 

Sterk staan voor ‘zachte’ waarden

Hanneke Kruize, sr. onderzoeker Gezonde en Groene Leefomgeving (RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu)) en lector Gezonde Stedelijke Ontwikkeling (Hogeschool Utrecht)

Ook Hanneke Kruize stelt dat groen snel sneuvelt. Uit een Europees onderzoek blijkt echter dat zo’n 90% van de mensen groen belangrijk te vinden in hun omgeving. Deze ‘zachte’ waarde is in het bijzonder belangrijk voor kwetsbare groepen zoals kinderen, ouderen en mensen met lagere inkomens. Groen heeft veel voordelen voor de gezondheid, zoals herstel van stress, stimuleren om te bewegen, spelen en te sporten. Positieve effecten op mentale gezondheid en welbevinden en fysieke gezondheidseffecten zoals minder overgewicht en hart en vaatziekten zijn verbonden aan groen. In het kader van gezondheid moet ook aandacht besteed worden aan de gezondheidsrisico’s en beleving van groen. Gezondheidsrisico’s worden onder andere veroorzaakt door pollen die gepaard gaan met allergieën en bijvoorbeeld blootstelling aan ziekteverwekkers als knaagdieren en teken. 

De beleving van groen gaat niet  alleen om de hoeveelheid groen, maar ook de bereikbaarheid, aanwezigheid van voorzieningen en veiligheid. Het is belangrijk om aan te sluiten bij de wensen van mensen en bewoners. Neem deze overwegingen mee in het ontwerp, gebruik en beheer van groen, en betrek omwonenden in het ontwerpproces. 

Key messages:

  • Groen heeft vele positieve effecten op de fysieke en mentale gezondheid van mensen;
  • Denk ook aan risico’s van groen en de beleving ervan en neem deze mee in plannen.

Praktische tips om groen te stimuleren:

  • Betrek mensen in ontwerp (en beheer), sluit aan bij hun wensen;
  • Breng (activiteiten in) het groen onder de aandacht;
  • Organiseer activiteiten (samen met bewoners/gebruikers);
  • Reserveer budget voor onderhoud en beheer.

‘Het klimaat past ook in uw straatje’

Jeroen Kluck, lector Water in en om de stad (Hogeschool van Amsterdam)

Het staat als een paal boven water: het klimaat verandert. Het wordt steeds warmer, we krijgen last van wateroverlast, hittegolven en droogte, die op hun beurt een bedreiging zijn voor groen. Jeroen Kluck ziet klimaatadaptatie in de herinrichting van openbare ruimtes als een echte kans voor vergroening. Vanaf 2020 moet elke herinrichting van het rijk, provincies, gemeenten en waterschappen klimaatbestendig zijn

Door toenemende hitte, met oversterfte tijdens hitte als gevolg, moeten we buitenruimten hittebestendig in gaan richten. De luchttemperatuur en gevoelstemperatuur moet omlaag. Groen is een oplossing om verkoelende plekken te creëren. Binnen 300 meter zou een verkoelende groene plek moeten zijn vanaf elke woning. Een plek waar je verkoeling kunt zoeken en ook graag zou willen verblijven. Bomen zijn voor hitte en verdamping het meest effectief.

Ook voor wateroverlast helpt het om groen beter in te richten, met een drain zodat het water weg kan. Water moet kunnen weglopen in straten, bijvoorbeeld door grotere wadi’s aan te leggen naast de groenstrook. Voor verdamping geldt: zoveel mogelijk groen maken. Groen is een stuk effectiever dan water in de stad, groen verdampt een stuk sterker. Ook tegen droogte heb je groen nodig waardoor water de grond in kan.

Jeroen Kluck vraagt daarom gemeenten: maak meer aanpassingen voor groen, op een manier die inpast in de ruimte en buurt. Is de ruimte dichter bebouwd? Dan heb je meer plekken nodig. 

Key messages:

  • Klimaatadaptatie opgave is een kans om te vergroenen;
  • Neem bij het vergroenen van stenen straten en pleinen direct plannen mee om water op te slaan en af te voeren;
  • Elke omgeving heeft een eigen aanpak nodig in hoeveelheid en ordegrootte van groene en blauwe oplossingen.

Een leefomgeving maak je samen

Diny Tubbing, stadsecoloog en senior beleidsadviseur groen (gemeente Delft) 

Groen gaat over het hele ecosysteem in de stad, een samenhang van vele aspecten voor een gezonde leefomgeving. Diny Tubbing (stadsecoloog en senior beleidsadviseur groen bij gemeente Delft) stelt dat als we natuurinclusief wíllen bouwen, we het ook daadwerkelijk moeten doen. Dit vraagt om een klimaatadaptieve, integrale aanpak waarin natuurgerichte oplossingen het uitgangspunt zijn.

Om een robuuste leefomgeving te creëren die bijdraagt aan de biodiversiteit is een integrale aanpak nodig. Een aanpak die betrekking heeft op hitte, droogte, wateroverlast en biodiversiteit. Denk daarbij aan natuurlijke oplossingen die passen binnen huidige ecosysteemdiensten. Ga na hoe groen past in het ecosysteem waardoor het meerwaarde biedt. Kies voor de juiste type planten en bomen bij elkaar, afgestemd op klimaatverandering en de bodem, en denk na wat de toegevoegde waarde is voor dieren. Zie de bodem als een spons die water vast kan houden in tijden van droogte. Ook voor leefbaarheid is deze integrale aanpak van belang. De 3-30-300 regel is daar een mooi voorbeeld van: mensen moeten minimaal 3 bomen kunnen zien vanuit huis, een wijk moet voor minimaal 30% uit bladerdek bestaan, en er dient een maximale afstand van 300 meter tot een park of groene ruimte te gelden. En neem groen mee in stadsontwikkeling. Tijdens de vervanging van riolering kan regenwater worden afgekoppeld en kunnen wadi’s en groen worden meegenomen. Dubbel ruimtegebruik kan oplossingen bieden, zoals ondergrondse parkeerplekken met de mogelijkheid voor groene verblijfsplekken erboven. 

Park Spoorloos, gemeente Delft, biodivers ingericht.

Foto: Park Spoorloos in Delft, gerealiseerd op een ondergrondse fietsenstalling en wateropvang van 300.000 m3 water. De beplanting versterkt insecten. Een samenhang tussen klimaatadaptieve en natuurinclusieve inrichting.

Recente projecten in de gemeente Delft waarin deze integraliteit nadrukkelijk is of wordt meegenomen zijn o.a. de rioleringsprojecten in Tanthof, de nieuwbouwlocatie Nieuwe Haven en de aanleg van een park in de spoorzone. Hier is het realiseren van verschillende biotopen en groen direct gekoppeld aan de klimaatadaptatieopgave. Deze integrale aanpak overweegt hoe en waar water te bergen, geeft plekken voor verkoeling en looproutes. Is de opgave vergroenen in een bestaande wijk? Blijf dan vooral creatief nadenken. Innovatieve mogelijkheden zijn er: open schuttingen, waterrotonde’s, dakparken, zonnepanelen en het verwijderen van zinloze verharding.

Werk samen met o.a. het private domein en waterschappen om deze integrale aanpak te borgen. Houd ook hierbij een ‘open mind’ in oplossingen en samenwerkingen. Het blijft een namelijk een grote uitdaging om integraal groen dat past binnen het ecosysteem te realiseren.

Meer informatie:

Key messages:

  • Neem alles integraal mee: hitte, droogte, wateroverlast en biodiversiteit;
  • Werk allemaal samen: publiek en privaat, op verschillende niveaus;
  • Wees creatief en denk in natuurlijke oplossingen.

Uit de praktijk

Groen: van ornament naar fundament

De Barcode Methode Utrecht

Dion Koens, landschapsarchitect (gemeente Utrecht​)

Utrecht is een stad van ‘dichtbij’; binnen 10 minuten moet je bij verschillende voorzieningen kunnen zijn. De Utrechtse ‘barcode’ dient om de Ruimtelijke Strategie 2040 en zijn enorme groenopgave handvaten te bieden. Deze barcode geeft aan: met alleen woning bouwen heb je geen goede stad, maar alles wat ruimte vraagt – zoals groen – is onderdeel van de ruimtelijke ontwikkeling van de stad. Groen is daarbij nu een grote drijfveer en drager voor de ontwikkelingen in de stad. 

De barcode (figuur en achtergrond opvraagbaar via gezondeomgeving@rivm.nl) houdt zich bezig op 5 schaalniveaus en richt zich primair op kwantitatieve normen als 75m2 meter groen per huishouden, 40% groen in elke sub-buurt en het bepalen van maximale afstanden tot gebruiksgroen. Maar ook de kwaliteit is hierin van belang. Denk daarbij aan tot in hoeverre groen de biodiversiteit versterkt, of het  toegankelijk is, en hoe groen een multifunctionele rol bedient.

In de praktijk kun je dit aanpakken middels verankeren, verbreden en versnellen van plannen. Verankeren in omgevingsplannen en -visies, verbreden door acties te koppelen aan andere opgaven, en versnellen van projecten die kunnen dienen als voorbeeld voor te behalen resultaten. Voorbeelden waarin dit is gedaan in Utrecht zijn groenblauwe routes zoals het rondje stadseiland en de Tuinen van Moreelse. 

Het verdichten van de stad is daarmee niet per definitie ten einde. Het betreft een puzzel: verdichten aan de randen van de stad en groengebieden extra gaan benutten. Grote kansen liggen in het groen toevoegen in openbare ruimten. Utrecht staat nu aan de lat om deze aanpak op detailniveau aan uit te werken en te bepalen waar de barcode methode precies past.

Meer informatie:

Key messages:

  • Focus bij de ontwikkeling van de stad op alles wat ruimte vraagt, waaronder ‘zachte’ waarden als groen, water, energie en meer;
  • Maak naast kwantitatieve plannen ruimte voor het beoordelen van de kwaliteit van deze plannen;
  • Veranker, verbreed en versnel integrale plannen voor de openbare ruimte.

Een natuurinclusief werklandschap

Werklandschap Wijkevoort (gemeente Tilburg)

Susan Groot Jebbink, Business Director Gezonde & Veilige stad (Sweco) 

Susan Groot Jebbink neemt ons mee in de ontwikkeling van Werklandschap Wijkevoort aan de rand van Tilburg. Het landschap is van oorsprong agrarisch gebied, waarvan 80 hectare binnen een plangebied van bijna 195 hectare is toegewezen aan de ontwikkeling van bedrijfskavels. Na een behoeftepeiling in de regio is uitgegaan van een te ontwikkelen gebied dat ruimte biedt voor economische ontwikkeling in combinatie met het versterken van groen en het landschapspark Stadsbos 013 (1 van de 3 landschapsparken in ontwikkeling rondom Tilburg). Het versterken van bestaand landschap heeft daarbij prioriteit.

Belangrijk in dit soort plannen is het toekennen van een specifieke functie voor groen, anders kan het groen in de toekomst alsnog onder druk komen te staan voor verdere verstedelijking. Voor dit werklandschap is uitgegaan van het oorspronkelijke watersysteem en het vasthouden van water in het gebied (tegengaan van verdroging). Er is rekening gehouden met extreme buien (ook naar de toekomst toe) en met het borgen van waterberging in de toekomst op een natuurlijke manier. Groene linten met landschaps- en recreatieve waarde, beiden met duidelijke ecologische waarde, ten behoeve van klimaatadaptatie zijn hierin het uitgangspunt. Door waterinfiltratie en waterbergingsgebieden te borgen, ter voorkoming van verdroging en wateroverlast in de toekomst, creëert groen waarde voor het bedrijvenlandschap dat zelf alle baat heeft bij het behouden van droge voeten.

Een peiling onder bewoners maakte duidelijk dat zij zich het meest zorgen maakten over de toekomst van het landschap, gezondheid en flora en fauna. Hun behoefte ligt bij groen en duurzaamheid. Met betrekking tot gezondheid bleek, na advies van de GGD Gemeentelijke/gewestelijke gezondheidsdienst (Gemeentelijke/gewestelijke gezondheidsdienst), dat de aandacht vanuit werkgevers op gezondheid en ook het stellen van nadere eisen aan milieu beter konden. Dit is op basis van dit advies sterk verankerd in allerlei criteria rondom het plan: beleidsregels ten behoeve van bijvoorbeeld gezondheid, circulariteit en groen zijn verankerd in het bestemmingsplan verbrede reikwijdte (crisis- en herstelwet plan). Vastgelegd zijn o.a. verplichte groene daken, zonnepanelen op daken, groenblauwe linten en natuur. 

Het uitwerken van de bedrijfsplannen volgens de beleidsregels voor gezondheid en duurzaamheid zullen worden getoetst door een onafhankelijk kwaliteitsteam waarin ook externe adviseurs zitting hebben (naast ambtenaren van de gemeente Tilburg). De gemeente ziet dat de gestelde eisen worden gewaardeerd door de vooruitstrevende ondernemers: zij zien ook graag een verschil. Voor het tot stand komen van een dergelijk eisen pakket, alsmede het opgezette uitgifteproces, vraagt een sterk bestuur.

Meer informatie:

Key messages:

  • Ken aan groen een specifieke functie toe om eventuele verstedelijkingsdruk op dit groen in de toekomst te verkleinen;
  • Ga uit van het natuurlijke bodem en watersysteem voor klimaatadaptatie en het creëren van waarde voor groen en blauw;
  • Veranker ambities rond groen en gezondheid in het bestemmingsplan (bijv. met behulp van beleidsregels) en toets de haalbaarheid hiervan. Leg de focus daarbij op de waarde die je wenst te behalen (het wat) en laat ruimte voor de wijze waarop die gerealiseerd kan worden (het hoe) t.b.v. creativiteit.

Stop denken in meer en groter; start met anders en beter

Wouter Veldhuis, Rijksadviseur Fysieke Leefomgeving

Wouter Veldhuis besluit de reeks aan presentaties over groen in een verdichtende omgeving. Volgens Wouter is er een shift nodig van een focus van particuliere welvaart naar publiek welzijn. Ruimte (en specifiek: kwaliteit van ruimte) is hierin een kapitaal. En dit kapitaal is er. De ruimte in Nederland is niet schaars, maar het wordt inefficiënt gebruikt. Deze inefficiëntie komt door sectoraal plannen in plaats van integraal plannen. Een gezamenlijke aanpak is essentieel.

Zoek daarbij naar slimme koppelingen. De nieuwe openbare ruimte kan ‘vanzelf’ ontstaan door te koppelen aan de transitieopgaven op systeemniveau. Denk aan de opgaven rondom datatransitie, energietransitie en de groentransitie. Zij nemen een geldstroom met zich mee. Wanneer kabels en leidingen moeten worden verlegd, kan de onder- en bovengrond opnieuw worden doordacht. Dit zijn kansen om direct de koppeling te leggen naar een gezonde en groene leefomgeving, en te werken aan ruimte voor voetgangers en fietsers. 

Ook al bestaande verharding biedt een kans om openbare ruimten anders in te richten. Parkeergebieden kunnen ondergronds worden geplaatst en nieuwe gronddekking kan worden toegevoegd. Voorbeelden waar dit is gebeurd zijn bijvoorbeeld het Stadionplein Amsterdam en Randenbroek Amersfoort.

Verdichting hoeft overigens niet alleen voor spanning te zorgen. Tussen 2005 en 2020 is er in heel Nederland hard gewerkt aan de leefbaarheid van steden en gemeenten, ook in krimpgemeenten. Ongeveer 250.000 woningen zijn onzichtbaar toegevoegd. Dit is, naast de huidige krapte op de woningmarkt, ook bedoeld om te vechten tegen huishoudensverdunning en daarmee voor het behoud van voorzieningen in de buurt.

Ook de opgave van 1 miljoen extra woningen is volgens Wouter haalbaar. Dit vraagt om integraal werken en samen goed kijken wat er mogelijk is, in plaats van verstenen als standaard. Dit vergt samenwerking van zeven verschillende domeinen, zoals de barcode methode van Utrecht mooi probeert te omvatten.

Meer informatie:

Key messages:

  • Verschuif de focus van welvaart naar welzijn;
  • Lift mee met grote transitieopgaven, koppel deze aan elkaar;
  • Werk integraal aan de woningopgave en een gezonde leefomgeving, in plaats van sectoraal.

Wat denken jullie? Reacties uit de Mentimeter

Hoeveel vertrouwen heb jij erin dat in jouw woonregio voldoende vergroening zal kunnen plaatsvinden de komende 15 jaar?

Iets minder dan de helft van de deelnemers die heeft gestemd heeft vrij veel vertrouwen erin dat er in hun woonregio voldoende vergroening zou kunnen plaatsvinden. Ongeveer een derde van de stemmers denkt dat dit enigszins zou kunnen plaatsvinden in de woonregio. Van de overige stemmen gingen er een paar naar vrij weinig vertrouwen, en een enkeling gaf aan heel veel of heel weinig vertrouwen te hebben, of het niet te weten.

Als we zoveel van groen houden, waarom gaat het dan zo slecht met de natuur in Nederland (cq met groen in de stad)?

De meeste inzendingen van de deelnemers op deze vraag gaven als mogelijke oorzaak dat het zo slecht gaat met natuur in Nederland zou komen door 1) geld gerelateerde zaken, 2) er te weinig bewustzijn voor groen in de leefomgeving en natuur zou zijn, en 3) dat het te maken heeft met het hebben van andere prioriteiten. Volgens jullie zijn de kosten van groen en het gebrek aan bewustzijn en baten op korte termijn een reden dat er nog (te) weinig voor groen wordt gekozen boven andere plannen in gebiedsontwikkeling. Het hebben van andere prioriteiten rondom gebiedsontwikkeling is volgens jullie ook sterk verbonden met sectoraal denken. Ook gaven jullie aan dat er een verschil is tussen de publieke mening en persoonlijke actie: de behoefte aan onderhoudsvrije omgevingen (denk aan tuinen) wordt genoemd als een reden tot weinig groen.

Welke oplossingen zijn er om voldoende vergroening te laten plaatsvinden?

Het wettelijk vastleggen en normeren is het meeste genoemd als oplossing om voldoende vergroening plaats te laten vinden. Bijvoorbeeld het verplicht meekoppelen aan andere transities of ontwikkelingen, een ‘groentoets’ als verplicht instrument en het garanderen dat groen in de plannen staat als harde eis. Verder zijn het koppelen aan thema’s en opgaven, bewustzijn van (voordelen) van groen vergroten en versterken van (lokaal) bestuur en politieke daadkracht genoemd als oplossingen. Ook het hebben van lef, durven kiezen voor groen innovatieve ideeën aangehaald als manieren om vergroening een impuls te geven.

Paneldiscussie

Hanneke Kruize, Jeroen Kluck, Diny Tubbing, Dion Koens, Susan Groot Jebbink, Wouter Veldhuis. Onder leiding van Brigit Staatsen en Fred Woudenberg.

Hoe gaat het nou in het proces? Wat zijn de do’s en don’ts en biedt iets als de barcode methode Utrecht uitkomst?

De barcode methode werkt op gemeentelijke en regionale schaal. Juist in gebieden tussen dorpen en de stad, de steeds metropolitanere randgebieden is een integrale aanpak juist van belang. De barcode kan hier goed gebruikt worden als discussiemidddel om te laten zien wat de verschillende kernkwaliteiten nu en in de toekomst zijn en om uiteindelijk deze gebieden aan elkaar te koppelen. Gaat ook uit van groen als basis en niet als sausje achteraf.

Er is steeds meer vraag naar integraal denken, maar hoe hou je je slagkracht als sector en blijven we concreet genoeg als we overgaan naar de ‘theorie van alles’?

Dit zie je inderdaad terug in de nationale omgevingsvisie; hier staat alles in en dus eigenlijk niks meer. Op algemene lijnen moeten we sturen en een visie hebben, maar beslissingen moeten integraal worden afgewogen in gebiedsprocessen. In werklandschap Wijkevoort gebeurt dit: er is niet alleen een visie van een groen bedrijventerrein, het gebeurt er ook echt. De Barcode Methode biedt een monitorinstrument om te meten en sturen, maar echt integraal werken doe je vooral op projectniveau. Dáár moet je door alle silo’s heen breken om ervoor te zorgen dat de sectoren samenwerken, waar vooralsnog winst te behalen is. 

De druk op ontwikkelen heeft ook effect. Veel ad hoc verzoeken en projecten die binnenkomen zorgen ervoor dat de ambitie integraal te werken spaak loopt. Belangrijk hoe je programmeert: de gemeente Delft verdeelt de stad in drieën en per gedeelte wordt integraal gekeken. De afwegingen en integraliteit kunnen dan beter naar voren komen.

En hoe zit het dan in het landelijk gebied en de landbouw? Hoe worden we daar natuurinclusief?

Ook daar is volledig gestuurd op groei en schaalvergroting met toekomstige risico’s voor het gebrek aan schoon drinkwater, droogte en een gezonde leefomgeving. Ook hier moeten we gaan omdenken: landbouw moet extensiever, diverser en natuurinclusiever. De ruimtevraag zal niet afnemen. Ga dus slim om met functies. Boeren kunnen verschillende functies combineren. In het Midden-Delftland gebied is de landbouw hier al mee bezig. Circulaire landbouw ontwikkelt zich ten behoeve van lokale behoeften.

Kunnen we het aantal woningen wat we willen gaan bouwen ook op een klimaatbestendige locatie en wijze bouwen?

Er zijn veel oplossingen om te bouwen en rekening te houden met water, maar ruimte voor water zal altijd moet blijven. Behoud de groene plekken voor de leefbaarheid en bouw juist de versteende gebieden vol. Zorg er tijdens het bouwen dan ook echt voor dat je aanpakt wat je kan om genoeg groen te creëren en ruimte voor water in te bouwen. Gebruik bijvoorbeeld ook de grond zoals die is in nieuwbouwprojecten, in plaats van een waterprobleem te creëren door de bodem eerst te veranderen om te kunnen bouwen. Richt je plannen dus in op de situatie zoals die is. Hierin moeten we ook steeds verder vooruit gaan kijken, als het waterpeil echt gaat stijgen.

We zien in dit webinar veel handvaten om groen realiseerbaar te maken, maar allemaal net iets anders. Om dat integrale denken stimuleren, moeten we dan niet naar integrale handvaten kijken? En hoe zit het met de financiering?

We kunnen prima huidige handvaten en instrumenten samenvoegen. We zouden vanuit verschillende beleidsvelden een overeenkomstig geluid kunnen kiezen en dat uitdragen. Sommige dingen zijn echter politiek besloten. Om gezondheid beter onder de aandacht te krijgen zou het handvatten kunnen bieden in verschillende momenten in het proces. In de agenderingfase is het belangrijk om houvast te hebben. Maar daarna moet ook gekeken worden naar toegankelijkheid, kwaliteit en bereikbaarheid. Op het moment wordt gebruik en beleven vaak niet meegenomen.

Voor houvast kan ook worden gekeken naar de NOVI principes die staan in de nationale omgevingsvisie: 

  1. Alle ontwikkelingen moeten gebied specifiek zijn; 
  2. Altijd combineren, nooit iets enkelvoudig doen; 
  3. Niet afwentelen. Niet in tijd en niet in ruimte.

Deze 3 visies vasthouden geeft je argumenten waarom onze aanpak anders en integraler moet.