Drie landelijke wetten zijn van belang voor het beschermen en bevorderen van gezondheid via de leefomgeving: de Omgevingswet, de Wet Publieke Gezondheid en de Wet maatschappelijke ondersteuning. 

Daarnaast is een gezonde leefomgeving een doel van twee landelijke akkoorden tussen nationale en decentrale overheden: het Gezond en Actief Leven Akkoord (GALA) en het Schone Lucht Akkoord (SLA). 

Omgevingswet

De Omgevingswet biedt gemeenten en provincies de mogelijkheid om expliciet en vroegtijdig gezondheid en veiligheid te betrekken bij ruimtelijke planvorming. Gemeenten krijgen meer ruimte en mogelijkheden om lokale afwegingen te maken. Op die manier kunnen ze beter rekening houden met regionale verschillen in bijvoorbeeld bevolking of gezondheid. Dit kan bijvoorbeeld door:

  • Gezondheid een plek te geven in de omgevingsvisie.
  • Rekening te houden met gezondheid bij de toedeling van functies (artikel 2.1).
  • Lokaal omgevingswaarden op te stellen en vervolgens te monitoren (artikel 2.11).
  • Vergunningen weigeren vanwege ernstige gezondheidsrisico's (artikel 5.32).

Belangrijkste doelen Omgevingswet

Het bereiken en in stand houden van een veilige en gezonde fysieke leefomgeving en een goede omgevingskwaliteit voor inwoners.
Het doelmatig beheren, gebruiken en ontwikkelen van de fysieke leefomgeving ter vervulling van maatschappelijke behoeften (artikel 1.3).

Instrumenten Omgevingswet

Om de Omgevingswet in de praktijk uit te voeren, kunnen overheden verschillende wettelijke instrumenten inzetten. Dit zijn documenten waarin zij hun visie, beleid en regels vastleggen. Voor iedere fase in de beleidscyclus kent de wet instrumenten.

Omgevingsvisie

Iedere gemeente en provincie in Nederland stelt een omgevingsvisie op: een strategische visie voor de lange termijn voor de gehele fysieke leefomgeving. Een omgevingsvisie gaat in op de samenhang tussen ruimte, water, milieu, gezondheid, natuur, landschap, verkeer en vervoer, infrastructuur en cultureel erfgoed. De omgevingsvisie is vormvrij: de gemeente en provincie bepalen het detailniveau, gebieden, sectoren en thema's.

De omgevingsvisie is een belangrijk instrument om gezondheid op de agenda te zetten en mee te laten wegen bij het opstellen van het omgevingsplan of de beoordeling van buitenplanse omgevingsvergunningen (buitenplanse omgevingsplanactiviteit). 

Zie ook Gezondheid in de omgevingsvisie bij het Informatiepunt Leefomgeving.

Omgevingsplan

In het omgevingsplan staan de gemeentelijke regels over de fysieke leefomgeving. Iedere gemeente heeft 1 omgevingsplan. De regels van het omgevingsplan moeten leiden tot een evenwichtige toedeling van functies aan locaties. Bij deze evenwichtige toedeling spelen alle aspecten van de fysieke leefomgeving een rol. Denk daarbij aan omgevingsaspecten, zoals geluid en veiligheid, de bescherming en bevordering van de gezondheid en behoud van de natuur. 

De gemeente moet in haar omgevingsplan regels opnemen voor geluid, geur, luchtkwaliteit, externe veiligheid. Deze regels kunnen bijdragen aan de gezondheidsbescherming. Andere regels over bijvoorbeeld de hoeveelheid groen, functiemenging, terugdringen van autoverkeer kunnen bijdragen aan de gezondheidsbevordering. 

Zie ook Gezondheid in het omgevingsplan bij het Informatiepunt Leefomgeving.

Omgevingsprogramma

In een programma geven overheden uitwerking aan het te voeren beleid, zoals bijvoorbeeld de omgevingsvisie. Wat zijn de verschillen tussen omgevingsvisie en omgevingsprogramma?

Een omgevingsprogramma kan een uitwerking zijn van meer algemene abstracte ambities uit een omgevingsvisie en is meer uitvoeringsgericht en gericht op de korte of middellange termijn. Bevoegd gezag ligt bij het college (bij de omgevingsvisie is dit de raad). Het omgevingsprogramma kan een brug slaan tussen (de ambities uit) de omgevingsvisie en (de juridisch-planologische borging) in het  omgevingsplan.

Het programma is vormvrij en kan thematisch of gebiedsgericht zijn. Zo kan klimaatadaptatie een thema zijn, maar ook gezondheid of gezonde leefomgeving! 
 

Zie ook Gezondheid en programma en Houtstook in een programma bij het Informatiepunt Leefomgeving.

Omgevingsvergunning

Het omgevingsplan geeft aan of er voor een activiteit een omgevingsvergunning nodig is. Dit is een binnenplanse omgevingsplanactiviteit: in het omgevingsplan staan regels waaraan voldaan moet worden om een vergunning te krijgen.

Als de activiteit niet past in het omgevingsplan of niet (geheel) voldaan kan worden aan de regels voor de binnenplanse omgevingsplanactiviteit, dan kan er een omgevingsvergunning voor buitenplanse omgevingsplanactiviteit aangevraagd worden. Daarbij moet onder andere aangetoond worden dat voldaan wordt aan het Besluit kwaliteit leefomgeving, er sprake is van een evenwichtige toedeling van functies en de ontwikkeling bijdraagt aan een gezonde fysieke leefomgeving.
Een omgevingsvergunning kan geweigerd worden als deze zou leiden tot (mogelijk) ernstig nadelige gevolgen voor de gezondheid.

Zie ook Gezondheid en omgevingsvergunning bij het Informatiepunt Leefomgeving.

 

Wet publieke gezondheid

Zorg voor de publieke gezondheid is vastgelegd in de Wet Publieke Gezondheid (WPG). Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de uitvoering hiervan. Publieke gezondheidszorg heeft tot doel de gezondheid van burgers te bevorderen en beschermen. Uitvoering van de Wet publieke gezondheid legt de gemeente over het algemeen neer bij de GGD Gemeentelijke/gewestelijke gezondheidsdienst (Gemeentelijke/gewestelijke gezondheidsdienst) (Gemeentelijke/gewestelijke gezondheidsdienst). Volgens de wet dragen burgermeester en wethouders zorg voor het bewaken van gezondheidsaspecten in bestuurlijke beslissingen. Voordat het college een besluit neemt met belangrijke gevolgen voor de publieke gezondheidszorg, moeten ze advies vragen aan de GGD. De vierjaarlijkse nota gemeentelijk gezondheidsbeleid wordt volgens deze wet opgesteld. Aanknopingspunten hiervoor biedt de landelijke nota gezondheidsbeleid, als onderdeel van de zogenaamde preventiecyclus. In de landelijke nota gezondheidsbeleid 2020-2024(PDF) is een gezonde leefomgeving als doel benoemd.

Wet maatschappelijke ondersteuning

Vanuit het sociaal domein biedt de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) aanknopingspunten voor ruimtelijk beleid. Op grond van de Wmo hebben gemeenten sinds 2015 verantwoordelijkheden voor het organiseren van passende ondersteuning voor mensen die niet op eigen kracht kunnen deelnemen aan de samenleving. Het gaat dan bijvoorbeeld om activiteiten gericht op het bevorderen van zelfredzaamheid en participatie van mensen, zodat zij zo lang mogelijk in hun vertrouwde leefomgeving kunnen blijven. En om het bevorderen van de sociale samenhang, toegankelijkheid van voorzieningen, diensten en ruimten, veiligheid en leefbaarheid.

 

Gezond en Actief Leven Akkoord

In 2023 is het Gezond en Actief Leven Akkoord (GALA) ondertekend door de VNG Vereniging van Nederlandse Gemeenten (Vereniging van Nederlandse Gemeenten), ministerie van VWS Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport), GGD GHOR Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio) en ZN. Het akkoord betreft afspraken over het bereiken van een gezonde generatie in 2040: weerbare, gezonde mensen die opgroeien, leven, werken en wonen in een gezonde leefomgeving met een sterke sociale basis. Het GALA stimuleert om domeinoverstijgend samen te werken en schotten te doorbreken. Centraal staat het ‘aan de voorkant’ samenwerken aan een gezonde samenleving.

Sportakkoord

Het Sportakkoord(PDF) is een samenwerkingsverband tussen het ministerie van VWS, NOC*NSF Nederlands Olympisch Comité * Nederlandse Sport Federatie (Nederlands Olympisch Comité * Nederlandse Sport Federatie), Vereniging Sport en Gemeenten (VSG) en Platform Ondernemende Sport (POS). Het Akkoord biedt de deelnemende gemeenten een kader om de uitwerking van hun lokale sportakkoorden op aan te passen/te baseren. De vier strategische partners verstrekken uitvoeringsbudgetten aan de gemeenten om de doelen van het akkoord te behalen. Het Sportakkoord II en GALA zijn voor gemeenten in één Brede Specifieke Uitkering ondergebracht.

Het Sportakkoord kent drie ambities om de sport in Nederland te versterken. Ten eerste worden de voorwaarden om te kunnen sporten en daar plezier aan te beleven verbeterd. Dit willen de vier partners doen door te investeren in kwalitatief sterke sportaanbieders die toegankelijk en veilig voor iedereen zijn. Daarnaast wordt met het sportakkoord een groter bereik voor ogen gezien door drempels te verlagen, mensen te prikkelen en meer succesverhalen te delen. Tot slot wordt de betekenis van sport vergroot met het Sportakkoord. Zo levert sport op zichzelf al energie, plezier en zingeving in het dagelijks leven op, maar kan het ook eenzaamheid en kansenongelijkheid tegengaan en de gezondheid bevorderen. 

Schone Lucht Akkoord

Sinds 2020 werken gemeenten, provincies en het Rijk samen aan het Schone Lucht Akkoord. De deelnemers van het Akkoord nemen maatregelen om de luchtkwaliteit in Nederland permanent te verbeteren. Het doel is om 50% gezondheidswinst te behalen in 2030 ten opzichte van 2016. Om dat doel te halen voeren de deelnemers bronmaatregelen uit voor de thema's mobiliteit, mobiele werktuigen, houtstook, binnenvaart, industrie en landbouw. Voor de uitvoering van deze maatregelen is subsidie beschikbaar via de Specifieke Uitkering Schone Lucht Akkoord. Gemeenten die het akkoord nog niet hebben ondertekend kunnen zich op elk moment aansluiten.