In onderstaande tabel staan de indicatoren en kaarten opgenomen die zijn geselecteerd voor het thema Leefbaarheid, met het jaar en de bron. De geselecteerde indicatoren zijn afkomstig uit de Leefbaarometer (Leefbaarometer Home), een initiatief van het Ministerie van BZK (Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties). Opgenomen zijn zowel de absolute score van de leefbaarheidsklasse als de afwijking ten opzichte van het gemiddelde van Nederland. In aanvulling daarop zijn twee deeldimensies getoond, te weten de bijdrage van de fysieke omgeving en de sociale samenhang aan de leefbaarheid. Alle data zijn beschikbaar op wijk, buurt en gemeenteniveau.
Leefbaarheidklasse: absolute score | 2022 | LBM |
Leefbaarheidsklasse: afwijking tov gemiddelde in Nederland | 2022 | LBM |
> Bijdrage fysieke omgeving aan leefbaarheid | 2022 | LBM |
> Bijdrage sociale samenhang aan leefbaarheid | 2022 | LBM |
Toelichting
De Leefbaarometer geeft een modelmatige schatting van de leefbaarheid. De Leefbaarometer is opgebouwd uit een oordelenmodel en een gedragsmodel die worden samengevoegd om te komen tot de score van de Leefbaarometer. Het oordeel van bewoners over hoe prettig zij het vinden om in hun buurt te wonen is afgeleid uit het WoonOnderzoek Nederland (WoON), een grootschalig representatief steekproefonderzoek. De Leefbaarometer bestaat uit de gewogen optelsom van al de daarin opgenomen omgevingskenmerken. Om te bepalen in hoeverre een gebied positief of negatief scoort op de Leefbaarometer wordt gebruik gemaakt van 45 typen omgevingskenmerken die zijn samengesteld uit 94 onderliggende variabelen (voornamelijk afkomstig uit landelijke registraties).
Zeer sterke samenhang tussen leefbaarheid en gezondheid
Van de bewoners in gebieden met een zeer goede of uitstekende leefbaarheid ervoer in 2022 net iets minder dan 4% een (zeer) slechte gezondheid. In gebieden met een onvoldoende leefbaarheid was dat bijna 14% en daarmee 3,5 keer meer. Er is een zeer sterke samenhang (correlatie) tussen leefbaarheid en (aspecten van) gezondheid. Deze vallen vrijwel allemaal uit in het nadeel van de gebieden met een slechtere leefbaarheid en in het voordeel van gebieden met een gunstiger leefbaarheid. Waar de leefbaarheid ‘onvoldoende’ scoort wonen relatief meer mensen met een ernstige beperking als gevolg van langdurige aandoeningen (factor 2,8) dan waar die ‘uitstekend’ is. Dat geldt ook voor het aandeel bewoners dat kampt met mentale gezondheidsproblemen (factor 3,5), het aandeel bewoners dat de eigen veerkracht als zeer laag beoordeelt en onvoldoende regie ervaart over het eigen leven (15% tegen 4%). Ook is het aandeel bewoners dat veel stress ervaart in gebieden met onvoldoende leefbaarheid groter, missen zij steun van anderen (16% om 3,6%) en zijn er relatief meer mensen met een ongezonde leefstijl. Dat in gebieden met een mindere leefbaarheid relatief meer mensen wonen met gezondheidsproblemen, betekent niet dat die gebieden deze problemen veroorzaken. Het is waarschijnlijk dat ze er voor een deel aan bijdragen, bijvoorbeeld doordat er meer stressfactoren in de woonomgeving zijn (denk aan overlast en onveiligheid) of doordat de sociale samenhang en steun er minder groot zijn. Maar voor een ander en (veel) groter deel wordt de slechtere gezondheid van de bewoners in deze buurten beïnvloed door meer persoonlijke factoren, zoals moeite hebben om rond te komen, leefstijl, veerkracht, inkomen en opleiding. Daarmee zijn de buurten met een mindere leefbaarheid de plekken waar veel problemen samenkomen: overlast en onveiligheid, sociaaleconomische problematiek én gezondheidsproblemen.
Meer Weten
- Achtergrondinformatie: Analyserapport-Leefbaarheid-onder-de-loep-2022.pdf(PDF)
- Data: Leefbaarometer Opendata
- Kaart: Leefbaarometer, 2022