Monitoren en evalueren is belangrijk om te weten te komen of je ambities voor een gezonde leefomgeving worden bereikt. Met de resultaten kun je toekomstige ruimtelijke plannen nog succesvoller te maken. Helaas is er niet altijd tijd en budget voor. Daarnaast blijkt het vaak lastiger dan gedacht. Dat is jammer, want het kan argumenten opleveren om vaker en op grotere schaal op gezonde leefomgeving in te zetten. Hier staan tips om − ondanks beperkte ruimte − het effect van je ruimtelijke plannen te monitoren en evalueren. Met als uitgangspunt hierbij: kleinschalige evaluatie geeft ook inzicht.
Stel een evaluatie- en monitoringplan op
Het evaluatieplan stel je al op tijdens het maken van concrete uitvoeringsplannen. Maak duidelijke keuzes over wanneer je resultaten wilt ophalen en wat je precies wilt meten. Meestal is er een meting nodig van de uitgangssituatie, een nulmeting, om latere meetmomenten mee te kunnen vergelijken. Bepaal ook na welke termijn je verwacht effecten te kunnen gaan meten en hoe je de (monitoring)resultaten wilt terugkoppelen, bijvoorbeeld richting gemeentebestuur. Wat je wilt evalueren is ook belangrijk vooraf vast te stellen. Dit is afhankelijk van de interventie en het doel. Wil je het gebruik van een bepaalde plek stimuleren, dan meet je bijvoorbeeld het aantal gebruikers op bepaalde moment. Gaat het om van een geluidsinterventie, dan meet je de afname van geluidsblootstelling.
Welke gegevens ga je meten?
Voor monitoring kun je bijvoorbeeld kiezen voor verzamelen van data over:
- Omgevingskwaliteit (bijvoorbeeld luchtkwaliteit, geluidsniveau)
- Gebruik en beleving (hoe ervaren gebruikers het plangebied?)
- Gezondheid (welke gezondheidsparameters? Vraag hierbij advies bij de GGD)
- Uitvoering en proces (hoe gaat het bijvoorbeeld met handhaving, beheer, uitvoering / monitoring van beleid?)
Sluit aan bij bestaande monitoring
Inventariseer waar je kunt aansluiten bij bestaande dataverzameling(en) die mogelijk effecten van jouw interventie meten. Vaak voert de Omgevingsdienst en de GGD (Gemeentelijke/gewestelijke gezondheidsdienst) monitoring uit. Bij grotere gemeenten kan ook de afdeling Onderzoek en Statistiek behulpzaam zijn. Maak gebruik van deze bestaande metingen en collega's met expertise op het verzamelen en gebruiken van data. Samen met hen kun je een bepalen of je meet of berekent, bij thema's als luchtkwaliteit en geluid bijvoorbeeld.
Ook “Citizen Science”, zogenaamd burgerwetenschap, kan geschikte gegevens opleveren. Ook daar zijn al bestaande netwerken in.
Meer dan een plan alleen
Om monitoring en evaluatie succesvol te laten zijn, is het belangrijk dit als een volwaardig onderdeel van het ruimtelijke proces te benaderen. En dit waar mogelijk met betrokken partijen uit te voeren. Onderdeel van het evaluatieplan is daarom: bepalen welke partijen je bij de evaluatie wilt betrekken. Dit helpt om wederzijdse verwachtingen duidelijk te maken en van elkaars kennis en middelen gebruik te maken.
Beschrijf van tevoren ook wat er met de uitkomsten van de evaluatie wordt gedaan, en hoe over de uitkomsten wordt gecommuniceerd. Op deze manier waarborg je zoveel mogelijk dat de resultaten van de monitoring en evaluatie kunnen worden gebruikt bij toekomstige ruimtelijke plannen.